De stad heeft een grote aantrekkingskracht. Dat is van alle tijden. In elke groeifase van steden zijn er oplossingen gevonden om met veel mensen zo goed mogelijk samen te leven. Als je die oplossingen en transities op een hoger abstractieniveau bekijkt, ging het in het verleden steeds om vraagstukken rond de bereikbaarheid van functies. Dat geldt nog steeds. In essentie bepalen de antwoorden op logistieke vraagstukken of een stad leefbaar blijft.
Een stad groeit rondom haar kernfunctie: de plaats waar goederen van de ene hand overgaan in de andere, waar handel gedreven wordt. Daar willen mensen dichtbij werken en wonen en dat trekt opnieuw functies aan. Naarmate de rijkdom toeneemt komen daar nieuwe functies bij, bijvoorbeeld op het gebied van recreatie en ontspanning. De Randstad is een voorbeeld van die ontwikkeling. Daar gebeurt het, maar het gebeurt er inmiddels zo geconcentreerd dat de leefbaarheid onder druk staat. De huizenprijzen stijgen, werknemers zijn lang onderweg naar hun werk, er is nauwelijks nog rust en ruimte. Immers de rand van de stad, waar normaliter het groen begint, botst tegen de randen van andere verstedelijkte kernen.
Bouwen op het verleden
Het probleem is duidelijk en wordt uitgebreid besproken tijdens tal van werkconferenties. Maar de contouren van oplossingen zijn nog niet gevonden. Ook in het gebied waar ik zelf leef, Zuid-Limburg, speelt het vraagstuk hoe we zorgen dat we een levenssfeer creëren die mogelijkheden biedt. Als inwoner moet je kunnen doen wat je moet doen: wonen, werken, recreëren. Hoewel het vraagstuk in deze regio minder urgent lijkt dan in de Randstad, worden ook hier de tekenen van overbelasting gevoeld. Het wordt tijd dat we het DNA van het gebied benutten als fundament voor een ‘groene metropool’.
Omgekeerde stad
Een metropool? Met bijna 1 miljoen inwoners is deze regio een groot verstedelijkt gebied dat omsloten wordt door de steden Aken, Luik en Maastricht/Heerlen. De economie, het werken dus, belemmert nu nog de ontwikkeling van de regio. Door grensoverschrijdend te denken, zijn de kansen echter letterlijk onbegrensd. Zuid-Limburg, de Voerstreek en de Herve samen bieden behalve stedelijkheid aan de randen óók een aantrekkelijk landschap. Een groen gebied met aantrekkelijke dorpen, omsloten door concentraties van functies: een omgekeerde stad. Vanuit het verleden is het gebied verbonden, al sinds de Romeinse en Karolingische tijd worden hier grenzen getrokken en weer geslecht. De industriële revolutie en de mijnbouw lieten sporen na, ook letterlijk: spoorlijnen en woonkolonieën rondom de mijnschachten. Daarmee vormt het voor mij een uitstekend speelveld voor onderzoek naar leefgebieden van de toekomst.
Menselijke maat
Leven in een omgekeerde stad is bijzonder aantrekkelijk: je woont en werkt in een kleinschalig ingericht gebied terwijl de stedelijke functies dichtbij zijn. De plaats van waaruit je werkt is door de toenemende digitalisering minder belangrijk; uitwisseling blijft mogelijk, inspiratie komt binnen via een glasvezelverbinding! Uiteraard blijft het nodig om de meest esssentiële functies (school, winkel, buurthuis) zo te combineren in dorpen en gehuchten dat de mobiliteit beperkt kan worden tot verplaatsingen te voet of op de fiets. De druk op het wegennet wordt met andere woorden gereduceerd door de menselijke maat te hanteren. Desondanks is het juist de recreatiedruk die deze groene metropool belast.
Netwerksamenleving
De oplossingen voor de belasting door autoverkeer, motoren, tourfietsers en wandelaars die allemaal willen genieten van het groen, zijn gemakkelijk te bedenken en heb ik al in 2004 bij de afronding van mijn studie aan de TUE gepresenteerd. Ik heb toen een netwerk van verbindingen geprojecteerd op de oude (mijn)spoorlijnen. Een dergelijk netwerk maakt het mogelijk om daar als individu als het ware op in te pluggen. Dat gebeurt op gemakkelijk herkenbare en bereikbare ‘kruispunten’ – boven- of ondergronds. Die visie blijft bestaan: ik werk aan een concept voor een eigentijds netwerk dat mensen vanuit de steden en dorpen brengt op de plaats waar zij willen zijn: de manier waarop mensen in elk ander stedelijk gebied zich ook verplaatsen.
MENDUM
Dorpsplein 7
6311 AN Ransdaal
This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
T. 06 1327 1733